ٱلْفَاتِحَةِ - Al-Faatiha

Periode: Mekkaans

Verzen: 7

1:1

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.

1:2

الْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ

Alle lof en dank komt (alléén) Allah toe, de Bezitter van (alle) wereldwezens1.

1 zowel de mensen, als de djinn, als de engelen, alsook de rest van Zijn volledige schepping.

1:3

الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

De meest Barmhartige 1, de meest Genadevolle 2.

1 voor elk wezen.
2 specifiek voor de gelovigen.

1:4

مَالِكِ يَوْمِ الدِّينِ

De enige Eigenaar (van het tijdstip) van de Dag der Opstanding.

1:5

إِيَّاكَ نَعْبُدُ وَإِيَّاكَ نَسْتَعِينُ

U (alléén) aanbidden wij, en U (alléén) vragen wij (voor alles en tegen iedereen) om hulp.

1:6

اهْدِنَا الصِّرَاطَ الْمُسْتَقِيمَ

Leid ons naar het rechte pad.

1:7

صِرَاطَ الَّذِينَ أَنْعَمْتَ عَلَيْهِمْ غَيْرِ الْمَغْضُوبِ عَلَيْهِمْ وَلَا الضَّالِّينَ

Het pad van degenen die Uw gunsten hebben verworven 1 en niet (naar het pad) van degenen die Uw woede hebben opgewekt 2, noch (naar het pad) van de dwalenden 3.

1 verwijzend naar degene die kennis vergaren van de Islam en daarna handelen, een plicht die veel moslims vergeten.
2 verwijzend naar kennis zonder ernaar te handelen en het misbruiken voor eigen belang mogen Allah ﷻ ons hiervoor beschermen.
3 verwijzend naar mensen die Allah aanbidden zonder kennis.