Surah يُونُسَ (Al-Faatiha) - Ayah 54

Periode: Mekkaans

10:54

وَلَوْ أَنَّ لِكُلِّ نَفْسٍ ظَلَمَتْ مَا فِي الْأَرْضِ لَافْتَدَتْ بِهِ ۗ وَأَسَرُّوا النَّدَامَةَ لَمَّا رَأَوُا الْعَذَابَ ۖ وَقُضِيَ بَيْنَهُم بِالْقِسْطِ ۚ وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ

En als ieder persoon die onrecht heeft gedaan de hele aarde bezit en een losprijs voor zichzelf zocht, en zij zullen in hun harten spijt voelen als zij de bestraffing zien, en zij zullen rechtvaardig beoordeeld worden en hen zal geen onrecht aangedaan worden.