Surah يُونُسَ (Al-Faatiha) - Ayah 75

Periode: Mekkaans

10:75

ثُمَّ بَعَثْنَا مِن بَعْدِهِم مُّوسَىٰ وَهَارُونَ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ وَمَلَئِهِ بِآيَاتِنَا فَاسْتَكْبَرُوا وَكَانُوا قَوْمًا مُّجْرِمِينَ

Hierna stuurden Wij met Onze tekenen Moesa en Haaron naar de Farao en zijn notabelen. Maar zij gedroegen zich arrogant en waren een misdadig volk.