Surah هُودٍ (Al-Faatiha) - Ayah 16

Periode: Mekkaans

11:16

أُولَٰئِكَ الَّذِينَ لَيْسَ لَهُمْ فِي الْآخِرَةِ إِلَّا النَّارُ ۖ وَحَبِطَ مَا صَنَعُوا فِيهَا وَبَاطِلٌ مَّا كَانُوا يَعْمَلُونَ

Zij zijn degenen waarvoor niets in het hiernamaals is behalve vuur; en verloren zijn hun daden die zij daarin verricht hebben. En wat zij deden heeft geen resultaat.