Surah هُودٍ (Al-Faatiha) - Ayah 24

Periode: Mekkaans

11:24

مَثَلُ الْفَرِيقَيْنِ كَالْأَعْمَىٰ وَالْأَصَمِّ وَالْبَصِيرِ وَالسَّمِيعِ ۚ هَلْ يَسْتَوِيَانِ مَثَلًا ۚ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ

De gelijkenis van de twee groepen (de gelovigen en de niet gelovigen) is als de blinden en de doven en de zienden en de horenden. Zijn zij gelijk als zij vergeleken worden? Zullen jullie daar geen acht op slaan?