Surah يُوسُفَ (Al-Faatiha) - Ayah 101

Periode: Mekkaans

12:101

رَبِّ قَدْ آتَيْتَنِي مِنَ الْمُلْكِ وَعَلَّمْتَنِي مِن تَأْوِيلِ الْأَحَادِيثِ ۚ فَاطِرَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ أَنتَ وَلِيِّي فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ ۖ تَوَفَّنِي مُسْلِمًا وَأَلْحِقْنِي بِالصَّالِحِينَ

Mijn Heer! U heeft inderdaad het gezag aan mij gegeven en mij de betekenis van de dromen onderwezen. De Schepper van de hemelen en de aarde! U bent mijn helper(beschermer) in deze wereld en in het hiernamaals, laat mij sterven als een moslim en voeg mij bij de rechtvaardigen.”