12:14
قَالُوا لَئِنْ أَكَلَهُ الذِّئْبُ وَنَحْنُ عُصْبَةٌ إِنَّا إِذًا لَّخَاسِرُونَZij zeiden (in volle overtuiging tegen hun vader): “Als een wolf hem kan verslinden terwijl wij een sterke en moedige groep vormen, dan (zijn we een groep van niks en) behoren we zeker tot de verliezers.”