Surah يُوسُفَ (Al-Faatiha) - Ayah 59

Periode: Mekkaans

12:59

وَلَمَّا جَهَّزَهُم بِجَهَازِهِمْ قَالَ ائْتُونِي بِأَخٍ لَّكُم مِّنْ أَبِيكُمْ ۚ أَلَا تَرَوْنَ أَنِّي أُوفِي الْكَيْلَ وَأَنَا خَيْرُ الْمُنزِلِينَ

En toen hij hen van voorraden voorzien had zei hij: “Breng een broeder van jullie van jullie vader. Zien jullie niet dat ik de volle maat geef en dat ik de beste gastheer ben.