12:78
قَالُوا يَا أَيُّهَا الْعَزِيزُ إِنَّ لَهُ أَبًا شَيْخًا كَبِيرًا فَخُذْ أَحَدَنَا مَكَانَهُ ۖ إِنَّا نَرَاكَ مِنَ الْمُحْسِنِينَZij zeiden: “O, Heerser van het land! Waarlijk, hij heeft een oude vader; neem dus één van ons in zijn plaats. Voorwaar, wij denken dat u één van de weldoeners bent."