Surah يُوسُفَ (Al-Faatiha) - Ayah 97

Periode: Mekkaans

12:97

قَالُوا يَا أَبَانَا اسْتَغْفِرْ لَنَا ذُنُوبَنَا إِنَّا كُنَّا خَاطِئِينَ

Zij zeiden: “O, vader! Vraag om vergiffenis (van Allah) voor onze zonden, wij zijn inderdaad zondaren geweest.”