Surah إِبۡرَاهِيمَ (Al-Faatiha) - Ayah 36

Periode: Mekkaans

14:36

رَبِّ إِنَّهُنَّ أَضْلَلْنَ كَثِيرًا مِّنَ النَّاسِ ۖ فَمَن تَبِعَنِي فَإِنَّهُ مِنِّي ۖ وَمَنْ عَصَانِي فَإِنَّكَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

O, mijn Heer! De (aanbidding van deze) afgoden hebben veel mensen op een dwaalspoor gebracht. Maar eenieder die mij volgt, behoort tot mij. En eenieder die mij ongehoorzaam is, U bent voorwaar de meest Vergevende, de Barmhartige.