Surah إِبۡرَاهِيمَ (Al-Faatiha) - Ayah 52

Periode: Mekkaans

14:52

هَٰذَا بَلَاغٌ لِّلنَّاسِ وَلِيُنذَرُوا بِهِ وَلِيَعْلَمُوا أَنَّمَا هُوَ إِلَٰهٌ وَاحِدٌ وَلِيَذَّكَّرَ أُولُو الْأَلْبَابِ

Deze (Koran) is een boodschap voor de mensheid zodat zij daarmee gewaarschuwd moge zijn en dat zij moge weten dat Hij de enige ware God is. Geen heeft het recht aanbeden te worden behalve Allah en dat de mensen van begrip daaruit lering uit halen.