Surah الحِجۡرِ (Al-Faatiha) - Ayah 52

Periode: Mekkaans

15:52

إِذْ دَخَلُوا عَلَيْهِ فَقَالُوا سَلَامًا قَالَ إِنَّا مِنكُمْ وَجِلُونَ

Toen zij op hem toetraden en zeiden: “Vrede voor u!" (Ibraahiem) zei: “Voorwaar! Wij zijn bang voor jullie.”