Surah النَّحۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 111

Periode: Mekkaans

16:111

يَوْمَ تَأْتِي كُلُّ نَفْسٍ تُجَادِلُ عَن نَّفْسِهَا وَتُوَفَّىٰ كُلُّ نَفْسٍ مَّا عَمِلَتْ وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ

(Gedenk) de Dag wanneer ieder persoon voor zichzelf zal pleiten, en iedereen volledig vergoed zal krijgen voor wat hij gedaan heeft en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.