Surah النَّحۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 36

Periode: Mekkaans

16:36

وَلَقَدْ بَعَثْنَا فِي كُلِّ أُمَّةٍ رَّسُولًا أَنِ اعْبُدُوا اللَّهَ وَاجْتَنِبُوا الطَّاغُوتَ ۖ فَمِنْهُم مَّنْ هَدَى اللَّهُ وَمِنْهُم مَّنْ حَقَّتْ عَلَيْهِ الضَّلَالَةُ ۚ فَسِيرُوا فِي الْأَرْضِ فَانظُرُوا كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُكَذِّبِينَ

En waarlijk, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (verkondigend): “Aanbid alleen Allah en vermijd degene die overschrijdt." Dan waren er sommigen van hen die Allah geleid heeft en sommigen waarvoor de dwaling gerechtvaardigd was. Reis dus door het land en zie wat het einde was van degenen die (de waarheid) ontkenden.