Surah النَّحۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 59

Periode: Mekkaans

16:59

يَتَوَارَىٰ مِنَ الْقَوْمِ مِن سُوءِ مَا بُشِّرَ بِهِ ۚ أَيُمْسِكُهُ عَلَىٰ هُونٍ أَمْ يَدُسُّهُ فِي التُّرَابِ ۗ أَلَا سَاءَ مَا يَحْكُمُونَ

Hij verbergt zich voor de mensen vanwege het kwaad waarover hij is ingelicht. Hij twijfelt Zal hij haar houden of zal hij haar in de aarde begraven. Zeker, kwaad is hun beslissing.