Surah النَّحۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 67

Periode: Mekkaans

16:67

وَمِن ثَمَرَاتِ النَّخِيلِ وَالْأَعْنَابِ تَتَّخِذُونَ مِنْهُ سَكَرًا وَرِزْقًا حَسَنًا ۗ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَةً لِّقَوْمٍ يَعْقِلُونَ

En van de vruchten van de dadelpalm en de druiven; maken jullie een sterke drank (wat Allah verboden heeft) en een goede voorziening. Waarlijk, daarin is beslist een teken voor de mensen die wijsheid bezitten.