Surah الإِسۡرَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 24

Periode: Mekkaans

17:24

وَاخْفِضْ لَهُمَا جَنَاحَ الذُّلِّ مِنَ الرَّحْمَةِ وَقُل رَّبِّ ارْحَمْهُمَا كَمَا رَبَّيَانِي صَغِيرًا

En laat de vleugel van onderwerping en nederigheid door genade over hen neerdalen en zeg: “Onze Heer! Geef hen Uw genade, Zoals zij mij ook hebben mij opgevoed toen ik klein was.”