Surah الإِسۡرَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 53

Periode: Mekkaans

17:53

وَقُل لِّعِبَادِي يَقُولُوا الَّتِي هِيَ أَحْسَنُ ۚ إِنَّ الشَّيْطَانَ يَنزَغُ بَيْنَهُمْ ۚ إِنَّ الشَّيْطَانَ كَانَ لِلْإِنسَانِ عَدُوًّا مُّبِينًا

(O, Mohammed), zeg tegen Mijn (gelovige) dienaren dat zij enkel met goede woorden aanspreken. Want voorzeker, Sheitan probeert slechts hun onderlinge relaties te verslechten. Zeker, Sheitan is voor de mens een duidelijke vijand.