Surah الإِسۡرَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 61

Periode: Mekkaans

17:61

وَإِذْ قُلْنَا لِلْمَلَائِكَةِ اسْجُدُوا لِآدَمَ فَسَجَدُوا إِلَّا إِبْلِيسَ قَالَ أَأَسْجُدُ لِمَنْ خَلَقْتَ طِينًا

En (gedenk) toen Wij tot de engelen zeiden: “Kniel neer voor Adam.” Zij knielden neer behalve Iblies. Hij zei: “Zal ik neer knielen voor iemand die U uit klei geschapen heeft?”