Surah الكَهۡفِ (Al-Faatiha) - Ayah 11

Periode: Mekkaans

18:11

فَضَرَبْنَا عَلَىٰ آذَانِهِمْ فِي الْكَهْفِ سِنِينَ عَدَدًا

Daarom bedekten Wij hun gehoor (daardoor sliepen zij zo lang) gedurende een aantal jaren in een grot.