Surah الكَهۡفِ (Al-Faatiha) - Ayah 38

Periode: Mekkaans

18:38

لَّٰكِنَّا هُوَ اللَّهُ رَبِّي وَلَا أُشْرِكُ بِرَبِّي أَحَدًا

“Maar in mijn geval (geloof ik) dat Hij Allah is, mijn Heer en geen zal ik met Hem verenigen als deelgenoot aan mijn Heer.