18:74
فَانطَلَقَا حَتَّىٰ إِذَا لَقِيَا غُلَامًا فَقَتَلَهُ قَالَ أَقَتَلْتَ نَفْسًا زَكِيَّةً بِغَيْرِ نَفْسٍ لَّقَدْ جِئْتَ شَيْئًا نُّكْرًاToen gingen zij beiden verder, tot zij een jongen tegenkwamen, hij doodde hem. Moesa zei: “Heeft u een onschuldig persoon gedood die niemand vermoord heeft? Waarlijk, u heeft een vreselijke daad verricht.”