Surah الكَهۡفِ (Al-Faatiha) - Ayah 81

Periode: Mekkaans

18:81

فَأَرَدْنَا أَن يُبْدِلَهُمَا رَبُّهُمَا خَيْرًا مِّنْهُ زَكَاةً وَأَقْرَبَ رُحْمًا

Onze bedoeling (voor zijn moord) was dat hun Heer hem zou vervangen door een (zoon) die rechtvaardiger en godvrezender is, en (daarmee) onder Onze genade valt (ten gunste van zijn ouders).