Surah مَرۡيَمَ (Al-Faatiha) - Ayah 37

Periode: Mekkaans

19:37

فَاخْتَلَفَ الْأَحْزَابُ مِن بَيْنِهِمْ ۖ فَوَيْلٌ لِّلَّذِينَ كَفَرُوا مِن مَّشْهَدِ يَوْمٍ عَظِيمٍ

Toen verschilden de sekten van mening, wee dus voor de ongeloven van de ontmoeting van een Grote Dag.