Surah مَرۡيَمَ (Al-Faatiha) - Ayah 68

Periode: Mekkaans

19:68

فَوَرَبِّكَ لَنَحْشُرَنَّهُمْ وَالشَّيَاطِينَ ثُمَّ لَنُحْضِرَنَّهُمْ حَوْلَ جَهَنَّمَ جِثِيًّا

Dus bij jouw Heer, zeker, Wij zullen hen verzamelen en (ook) de duivels (met hen), dan zullen Wij hen op hun knieën de hel rondleiden.