19:8
قَالَ رَبِّ أَنَّىٰ يَكُونُ لِي غُلَامٌ وَكَانَتِ امْرَأَتِي عَاقِرًا وَقَدْ بَلَغْتُ مِنَ الْكِبَرِ عِتِيًّاHij zei: “Mijn Heer! Hoe kan ik een zoon krijgen als mijn vrouw onvruchtbaar is en ik al een bijzonder hoge leeftijd heb behaald.”
Periode: Mekkaans
قَالَ رَبِّ أَنَّىٰ يَكُونُ لِي غُلَامٌ وَكَانَتِ امْرَأَتِي عَاقِرًا وَقَدْ بَلَغْتُ مِنَ الْكِبَرِ عِتِيًّاHij zei: “Mijn Heer! Hoe kan ik een zoon krijgen als mijn vrouw onvruchtbaar is en ik al een bijzonder hoge leeftijd heb behaald.”