Surah مَرۡيَمَ (Al-Faatiha) - Ayah 90

Periode: Mekkaans

19:90

تَكَادُ السَّمَاوَاتُ يَتَفَطَّرْنَ مِنْهُ وَتَنشَقُّ الْأَرْضُ وَتَخِرُّ الْجِبَالُ هَدًّا

Waardoor de hemelen bijna scheuren, en de aarde bijna splijt en de bergen bijna in stukken vallen,