Surah البَقَرَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 32

Periode: Medinees

2:32

قَالُوا سُبْحَانَكَ لَا عِلْمَ لَنَا إِلَّا مَا عَلَّمْتَنَا ۖ إِنَّكَ أَنتَ الْعَلِيمُ الْحَكِيمُ

Zij (de engelen) zeiden: “Verheerlijkt bent U, wij hebben geen kennis behalve van wat U ons onderwezen heeft. U bent de Alwetende, de Alwijze.