Surah البَقَرَةِ (Al-Faatiha) - Ayah 81

Periode: Medinees

2:81

بَلَىٰ مَن كَسَبَ سَيِّئَةً وَأَحَاطَتْ بِهِ خَطِيئَتُهُ فَأُولَٰئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ ۖ هُمْ فِيهَا خَالِدُونَ

Welzeker! Iedereen die het kwaad verdient en waarvan de zonden hem omringt, zullen de bewoners van het vuur zijn; zij zullen daarin voor altijd verblijven.