Surah طه (Al-Faatiha) - Ayah 110

Periode: Mekkaans

20:110

يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَلَا يُحِيطُونَ بِهِ عِلْمًا

Hij weet wat met hen in deze wereld gebeurt en wat met hen (in het hiernamaals) zal gebeuren, en zij zullen nooit iets van Zijn kennis begrijpen.