Surah طه (Al-Faatiha) - Ayah 112

Periode: Mekkaans

20:112

وَمَن يَعْمَلْ مِنَ الصَّالِحَاتِ وَهُوَ مُؤْمِنٌ فَلَا يَخَافُ ظُلْمًا وَلَا هَضْمًا

En degene die goede werken verricht terwijl hij een gelovige is die zal dan geen angst hebben voor onrechtvaardigheid of voor vermindering.