Surah الأَنبِيَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 60

Periode: Mekkaans

21:60

قَالُوا سَمِعْنَا فَتًى يَذْكُرُهُمْ يُقَالُ لَهُ إِبْرَاهِيمُ

Zij zeiden: “Wij hoorden een jonge man, die Ibraahiem wordt genoemd over hen praten.”