Surah الحَجِّ (Al-Faatiha) - Ayah 26

Periode: Medinees

22:26

وَإِذْ بَوَّأْنَا لِإِبْرَاهِيمَ مَكَانَ الْبَيْتِ أَن لَّا تُشْرِكْ بِي شَيْئًا وَطَهِّرْ بَيْتِيَ لِلطَّائِفِينَ وَالْقَائِمِينَ وَالرُّكَّعِ السُّجُودِ

En (gedenk) toen Wij Ibraahiem de plaats van het Huis lieten zien, (zeggende): “Verenig niets met Mij, en reinig Mijn Huis voor degenen die er omheen lopen (Tawaaf) en degenen die voor het gebed rechtop staan, en degenen die buigen, en knielen.”