Surah المُؤۡمِنُونَ (Al-Faatiha) - Ayah 117

Periode: Mekkaans

23:117

وَمَن يَدْعُ مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ لَا بُرْهَانَ لَهُ بِهِ فَإِنَّمَا حِسَابُهُ عِندَ رَبِّهِ ۚ إِنَّهُ لَا يُفْلِحُ الْكَافِرُونَ

En ieder die een andere god naast Allah aanroept waarvan hij geen bewijs heeft, zijn afrekening is slechts bij zijn Heer. Zeker! De ongelovigen zullen niet slagen.