Surah المُؤۡمِنُونَ (Al-Faatiha) - Ayah 32

Periode: Mekkaans

23:32

فَأَرْسَلْنَا فِيهِمْ رَسُولًا مِّنْهُمْ أَنِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۖ أَفَلَا تَتَّقُونَ

Toen Wij hebben een Boodschapper van onder hen zelf naar hen gestuurd (zeggende): “Aanbid Allah! Jullie hebben geen andere God dan Hij. Vrezen jullie dan niet?”