الفُرۡقَانِ - Al-Furqaan

تَبَارَكَ الَّذِي نَزَّلَ الْفُرْقَانَ عَلَىٰ عَبْدِهِ لِيَكُونَ لِلْعَالَمِينَ نَذِيرًا

Gezegend is Hij (Allah) Die het onderscheid (de Koran) naar beneden heeft gezonden aan Zijn dienaar (Mohammed) zodat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn.

الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَلَمْ يَتَّخِذْ وَلَدًا وَلَمْ يَكُن لَّهُ شَرِيكٌ فِي الْمُلْكِ وَخَلَقَ كُلَّ شَيْءٍ فَقَدَّرَهُ تَقْدِيرًا

Hij aan Wie het rijk van de hemelen en de aarde toebehoort en hij heeft zich geen kind genomen noch heeft hij een deelgenoot in zijn rijk. En Hij heeft alles geschapen en heeft het precies bepaald .

وَاتَّخَذُوا مِن دُونِهِ آلِهَةً لَّا يَخْلُقُونَ شَيْئًا وَهُمْ يُخْلَقُونَ وَلَا يَمْلِكُونَ لِأَنفُسِهِمْ ضَرًّا وَلَا نَفْعًا وَلَا يَمْلِكُونَ مَوْتًا وَلَا حَيَاةً وَلَا نُشُورًا

Toch hebben zij naast Hem andere goden aangenomen die niets geschapen hebben maar zelf geschapen zijn en zelf niet kunnen schaden of baat brengen en geen macht hebben om de dood (te veroorzaken), of het leven (te geven) noch om de doden te laten herrijzen.

وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا إِنْ هَٰذَا إِلَّا إِفْكٌ افْتَرَاهُ وَأَعَانَهُ عَلَيْهِ قَوْمٌ آخَرُونَ ۖ فَقَدْ جَاءُوا ظُلْمًا وَزُورًا

Degenen die ongelovig zijn zeggen: “Dit is niets anders dan een leugen die hij bedacht heeft, en anderen hebben hem daarmee geholpen." Zodat zij iets onrechtvaardigs en een leugen gemaakt hebben.

وَقَالُوا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ اكْتَتَبَهَا فَهِيَ تُمْلَىٰ عَلَيْهِ بُكْرَةً وَأَصِيلًا

En zij zeggen: “Verhalen van de ouderen, die hij heeft op geschrevenen zij dicteren het hem in de ochtend en de middag.”

قُلْ أَنزَلَهُ الَّذِي يَعْلَمُ السِّرَّ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ إِنَّهُ كَانَ غَفُورًا رَّحِيمًا

Zeg: “Het is door Hem neergezonden Die de geheimen van de hemelen en de aarde kent. Waarlijk! Hij is meest Vergevend, meest Genadevol."

وَقَالُوا مَالِ هَٰذَا الرَّسُولِ يَأْكُلُ الطَّعَامَ وَيَمْشِي فِي الْأَسْوَاقِ ۙ لَوْلَا أُنزِلَ إِلَيْهِ مَلَكٌ فَيَكُونَ مَعَهُ نَذِيرًا

En zij zeggen: “Waarom eet deze boodschapper voedsel en loopt hij over markten. Waarom wordt er voor hem geen engel naar beneden gestuurd om samen met hem een waarschuwer te zijn?

أَوْ يُلْقَىٰ إِلَيْهِ كَنزٌ أَوْ تَكُونُ لَهُ جَنَّةٌ يَأْكُلُ مِنْهَا ۚ وَقَالَ الظَّالِمُونَ إِن تَتَّبِعُونَ إِلَّا رَجُلًا مَّسْحُورًا

Of is hem geen schat gegeven, of waarom heeft hij geen tuin waarvan hij mag eten?” En de onrechtvaardigen zeggen: “Jullie volgen niemand anders dan een behekste man.”

انظُرْ كَيْفَ ضَرَبُوا لَكَ الْأَمْثَالَ فَضَلُّوا فَلَا يَسْتَطِيعُونَ سَبِيلًا

Zie hoe zij voor jullie een vergelijking verzinnen, zodat zij afdwalen en zij kunnen het goede pad niet vinden.

تَبَارَكَ الَّذِي إِن شَاءَ جَعَلَ لَكَ خَيْرًا مِّن ذَٰلِكَ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ وَيَجْعَل لَّكَ قُصُورًا

Gezegend is Hij Die, als Hij wil, jou iets beters toekent dan (al) die tuinen waar rivieren onderdoor stromen en jou paleizen zal toekennen.

بَلْ كَذَّبُوا بِالسَّاعَةِ ۖ وَأَعْتَدْنَا لِمَن كَذَّبَ بِالسَّاعَةِ سَعِيرًا

Welnee, zij ontkennen het Uur en voor degenen die het Uur ontkennen hebben Wij een vlammend vuur voorbereid.

إِذَا رَأَتْهُم مِّن مَّكَانٍ بَعِيدٍ سَمِعُوا لَهَا تَغَيُّظًا وَزَفِيرًا

Wanneer het (het vuur) hen van verre ziet, dan zullen zij de woede horen en het bulderen daarvan.

وَإِذَا أُلْقُوا مِنْهَا مَكَانًا ضَيِّقًا مُّقَرَّنِينَ دَعَوْا هُنَالِكَ ثُبُورًا

En als zij in een nauwe plaats daarvan gegooid worden, aan elkaar geketend, dan zullen zij daar om hun eigen vernietiging smeken.

لَّا تَدْعُوا الْيَوْمَ ثُبُورًا وَاحِدًا وَادْعُوا ثُبُورًا كَثِيرًا

Smeek niet om één vernietiging maar smeek om vele vernietigingen.

قُلْ أَذَٰلِكَ خَيْرٌ أَمْ جَنَّةُ الْخُلْدِ الَّتِي وُعِدَ الْمُتَّقُونَ ۚ كَانَتْ لَهُمْ جَزَاءً وَمَصِيرًا

Zeg: “Is die (bestraffing) beter of de eeuwige tuinen die aan de godvrezenden beloofd zijn. Aan hen zal de beloning zijn en de uiteindelijke bestemming."

لَّهُمْ فِيهَا مَا يَشَاءُونَ خَالِدِينَ ۚ كَانَ عَلَىٰ رَبِّكَ وَعْدًا مَّسْئُولًا

Voor hen zal daar alles zijn wat zij wensen zijn en zij zullen (daar) eeuwig verblijven. Het is een belofte van jouw Heer waarover gevraagd zal worden.

وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ وَمَا يَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ فَيَقُولُ أَأَنتُمْ أَضْلَلْتُمْ عِبَادِي هَٰؤُلَاءِ أَمْ هُمْ ضَلُّوا السَّبِيلَ

En op de Dag waarop Hij hen verzamelt en dat wat zij naast Allah aanbidden, zal Hij zeggen: “Waren het jullie die Mijn slaven misleidt hebben of zijn zij zelf van het (juiste) pad afgedwaald?”

قَالُوا سُبْحَانَكَ مَا كَانَ يَنبَغِي لَنَا أَن نَّتَّخِذَ مِن دُونِكَ مِنْ أَوْلِيَاءَ وَلَٰكِن مَّتَّعْتَهُمْ وَآبَاءَهُمْ حَتَّىٰ نَسُوا الذِّكْرَ وَكَانُوا قَوْمًا بُورًا

Zij zullen zeggen: “Verheerlijkt bent U! Het was niet aan ons om een helper naast U te nemen, maar U gaf hen en hun vaderen gemak tot zij de waarschuwing vergeten waren en een verloren volk werden.

فَقَدْ كَذَّبُوكُم بِمَا تَقُولُونَ فَمَا تَسْتَطِيعُونَ صَرْفًا وَلَا نَصْرًا ۚ وَمَن يَظْلِم مِّنكُمْ نُذِقْهُ عَذَابًا كَبِيرًا

Dus zij hebben jullie verloochend betreft wat jullie uitgesproken hebben, dan kunnen zij noch (de bestraffing) ontwijken, noch hulp krijgen. En ieder onder jullie die onrecht begaat zullen Wij een zware bestraffing laten proeven."

وَمَا أَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِنَ الْمُرْسَلِينَ إِلَّا إِنَّهُمْ لَيَأْكُلُونَ الطَّعَامَ وَيَمْشُونَ فِي الْأَسْوَاقِ ۗ وَجَعَلْنَا بَعْضَكُمْ لِبَعْضٍ فِتْنَةً أَتَصْبِرُونَ ۗ وَكَانَ رَبُّكَ بَصِيرًا

En Wij hebben voor jou geen boodschappers gezonden of zij aten gewoon voedsel en liepen over de markt. En Wij maakten enkelen van jullie tot een beproeving voor anderen; zullen jullie geduldig zijn? En jullie Heer is Alziend (van alles).

وَقَالَ الَّذِينَ لَا يَرْجُونَ لِقَاءَنَا لَوْلَا أُنزِلَ عَلَيْنَا الْمَلَائِكَةُ أَوْ نَرَىٰ رَبَّنَا ۗ لَقَدِ اسْتَكْبَرُوا فِي أَنفُسِهِمْ وَعَتَوْا عُتُوًّا كَبِيرًا

En degenen die geen ontmoeting met Ons wensen (verwachten) zeggen: “Waarom zijn er geen engelen voor ons naar beneden gestuurd, of waarom kunnen wij onze Heer niet zien?” Voorwaar zij achten zichzelf te hoog en zijn schandalig met grote trots.

يَوْمَ يَرَوْنَ الْمَلَائِكَةَ لَا بُشْرَىٰ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُجْرِمِينَ وَيَقُولُونَ حِجْرًا مَّحْجُورًا

Op de Dag zullen zij de engelen zien, - er zal daar geen goed nieuws voor de misdadigers zijn die dag. En de engelen zullen zeggen: “Alle soorten goed nieuws zijn voor jullie verboden.”

وَقَدِمْنَا إِلَىٰ مَا عَمِلُوا مِنْ عَمَلٍ فَجَعَلْنَاهُ هَبَاءً مَّنثُورًا

En Wij keren Ons naar wat voor daden zij ook verricht hebben en Wij zullen die daden maken als verspreide stofdeeltjes.

أَصْحَابُ الْجَنَّةِ يَوْمَئِذٍ خَيْرٌ مُّسْتَقَرًّا وَأَحْسَنُ مَقِيلًا

De bewoners van het paradijs zullen op die Dag de beste plaats hebben en zij hebben de beste rustplaats.

وَيَوْمَ تَشَقَّقُ السَّمَاءُ بِالْغَمَامِ وَنُزِّلَ الْمَلَائِكَةُ تَنزِيلًا

En (gedenkt) de Dag waarop de hemel in wolken uit elkaar valt en de engelen naar beneden worden gestuurd met een grote afdaling.

الْمُلْكُ يَوْمَئِذٍ الْحَقُّ لِلرَّحْمَٰنِ ۚ وَكَانَ يَوْمًا عَلَى الْكَافِرِينَ عَسِيرًا

De ware koningschap van die Dag zal toebehoren aan de meest barmhartige en het zal een zware dag voor de ongelovigen worden.

وَيَوْمَ يَعَضُّ الظَّالِمُ عَلَىٰ يَدَيْهِ يَقُولُ يَا لَيْتَنِي اتَّخَذْتُ مَعَ الرَّسُولِ سَبِيلًا

En (gedenk) de dag waarop de onrechtvaardige in zijn handen zal bijten en zal zeggen: “O! Had ik maar het pad met de Boodschapper genomen!”

يَا وَيْلَتَىٰ لَيْتَنِي لَمْ أَتَّخِذْ فُلَانًا خَلِيلًا

Ah! Wee mij! Had ik die-en-die maar niet tot vriend genomen ¹.

لَّقَدْ أَضَلَّنِي عَنِ الذِّكْرِ بَعْدَ إِذْ جَاءَنِي ۗ وَكَانَ الشَّيْطَانُ لِلْإِنسَانِ خَذُولًا

Hij heeft mij zeker laten afdwalen van de vermaning (de Islam) nadat deze tot mij gekomen is. En de Sheitan laat altijd degenen in het uur van de nood in de steek.”

وَقَالَ الرَّسُولُ يَا رَبِّ إِنَّ قَوْمِي اتَّخَذُوا هَٰذَا الْقُرْآنَ مَهْجُورًا

En de Boodschapper zal zeggen: “O mijn Heer! Waarlijk, mijn volk heeft deze Koran verlaten ¹."

وَكَذَٰلِكَ جَعَلْنَا لِكُلِّ نَبِيٍّ عَدُوًّا مِّنَ الْمُجْرِمِينَ ۗ وَكَفَىٰ بِرَبِّكَ هَادِيًا وَنَصِيرًا

En zo hebben Wij voor iedere profeet een vijand onder de misdadigers gemaakt. En jullie Heer is voldoende voor jullie als leider en helper.

وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا لَوْلَا نُزِّلَ عَلَيْهِ الْقُرْآنُ جُمْلَةً وَاحِدَةً ۚ كَذَٰلِكَ لِنُثَبِّتَ بِهِ فُؤَادَكَ ۖ وَرَتَّلْنَاهُ تَرْتِيلًا

En degenen die ongelovig zijn zeggen: “Waarom is de Koran niet in één keer aan hem geopenbaard?” Dat is zodat Wij jouw hart daarmee versterkt hebben. En Wij hebben het geleidelijk aan jou geopenbaard, in gedeelten.

وَلَا يَأْتُونَكَ بِمَثَلٍ إِلَّا جِئْنَاكَ بِالْحَقِّ وَأَحْسَنَ تَفْسِيرًا

En zij geven geen voorbeeld of gelijkenis, of Wij hebben aan jou de waarheid geopenbaard en een betere uitleg daarvan ¹.

الَّذِينَ يُحْشَرُونَ عَلَىٰ وُجُوهِهِمْ إِلَىٰ جَهَنَّمَ أُولَٰئِكَ شَرٌّ مَّكَانًا وَأَضَلُّ سَبِيلًا

Degenen die in de hel verzameld zullen worden (vooroverliggend) op hun gezichten, zij zullen in de kwade toestand verkeren en ver verwijderd van het (rechte) pad zijn.

وَلَقَدْ آتَيْنَا مُوسَى الْكِتَابَ وَجَعَلْنَا مَعَهُ أَخَاهُ هَارُونَ وَزِيرًا

En voorwaar, Wij hebben aan Moesa het Boek gegeven en zijn broeder Haaron naast hem geplaatst als helper.

فَقُلْنَا اذْهَبَا إِلَى الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا فَدَمَّرْنَاهُمْ تَدْمِيرًا

En Wij zeiden: “Gaan jullie beiden naar het volk dat Onze tekenen heeft ontkend.” Toen vernietigden Wij hen met een ultieme vernietiging.

وَقَوْمَ نُوحٍ لَّمَّا كَذَّبُوا الرُّسُلَ أَغْرَقْنَاهُمْ وَجَعَلْنَاهُمْ لِلنَّاسِ آيَةً ۖ وَأَعْتَدْنَا لِلظَّالِمِينَ عَذَابًا أَلِيمًا

En Noah’s volk verdronken Wij toen zij de boodschappers ontkenden, en Wij maakten hen tot een teken voor de mensheid. En Wij hebben voor de onrechtvaardigen een pijnlijke bestraffing voorbereid.

وَعَادًا وَثَمُودَ وَأَصْحَابَ الرَّسِّ وَقُرُونًا بَيْنَ ذَٰلِكَ كَثِيرًا

En (ook) ‘Ad en Thamoed en de bewoners van Ar-Rass, en vele generaties daartussen.

وَكُلًّا ضَرَبْنَا لَهُ الْأَمْثَالَ ۖ وَكُلًّا تَبَّرْنَا تَتْبِيرًا

En voor ieder van hen hebben Wij voorbeelden gegeven, en voor ieder (van hen) brachten Wij de absolute vernietiging.

وَلَقَدْ أَتَوْا عَلَى الْقَرْيَةِ الَّتِي أُمْطِرَتْ مَطَرَ السَّوْءِ ۚ أَفَلَمْ يَكُونُوا يَرَوْنَهَا ۚ بَلْ كَانُوا لَا يَرْجُونَ نُشُورًا

En voorwaar, zij (de ongelovigen) zijn bij de stad gekomen waarop de kwade regen was gevallen. Hebben zij het dan niet gezien? Nee! Maar zij wensen niet opgewekt te worden.

وَإِذَا رَأَوْكَ إِن يَتَّخِذُونَكَ إِلَّا هُزُوًا أَهَٰذَا الَّذِي بَعَثَ اللَّهُ رَسُولًا

En als zij (de ongelovigen) jou zien, bespotten zij jou (zeggende): “Is dit degene die Allah als Boodschapper heeft gestuurd?

إِن كَادَ لَيُضِلُّنَا عَنْ آلِهَتِنَا لَوْلَا أَن صَبَرْنَا عَلَيْهَا ۚ وَسَوْفَ يَعْلَمُونَ حِينَ يَرَوْنَ الْعَذَابَ مَنْ أَضَلُّ سَبِيلًا

Bijna zou hij ons van onze goden misleiden, als het niet zo was geweest dat wij geduldig zijn en in onze aanbidding volhouden!” En zij zullen het weten als zij de bestraffing zien, wie degenen is die het meeste van het (rechte) pad is afgedwaald!

أَرَأَيْتَ مَنِ اتَّخَذَ إِلَٰهَهُ هَوَاهُ أَفَأَنتَ تَكُونُ عَلَيْهِ وَكِيلًا

Heb jij degene gezien die zijn eigen begeerten (lusten) als god heeft genomen? Zou jij dan een waarnemer voor hem zijn?

أَمْ تَحْسَبُ أَنَّ أَكْثَرَهُمْ يَسْمَعُونَ أَوْ يَعْقِلُونَ ۚ إِنْ هُمْ إِلَّا كَالْأَنْعَامِ ۖ بَلْ هُمْ أَضَلُّ سَبِيلًا

Of denk je dat de meesten van hen kunnen horen of begrijpen? Zij zijn als vee; - nee, zij zijn veel verder afgedwaald van het pad.

أَلَمْ تَرَ إِلَىٰ رَبِّكَ كَيْفَ مَدَّ الظِّلَّ وَلَوْ شَاءَ لَجَعَلَهُ سَاكِنًا ثُمَّ جَعَلْنَا الشَّمْسَ عَلَيْهِ دَلِيلًا

Heb jij niet gezien hoe jouw Heer de schaduw heeft uitgespreid. Als Hij wil, dan zou Hij het toch stil gezet hebben – vervolgens hebben Wij de zon als zijn gids gemaakt (voor de schaduw).

ثُمَّ قَبَضْنَاهُ إِلَيْنَا قَبْضًا يَسِيرًا

Daarna trekken Wij het (de schaduwen) naar Ons terug.

وَهُوَ الَّذِي جَعَلَ لَكُمُ اللَّيْلَ لِبَاسًا وَالنَّوْمَ سُبَاتًا وَجَعَلَ النَّهَارَ نُشُورًا

En Hij is het die de nacht als een bedekking voor jullie maakt en de slaap (als) een rust, en de dag gemaakt om te ontwaken (uit de slaap, daarom is het slapen ook een groote gunst waarbij de moslim stil bij moet staan, en dankbaar voor moet zijn en dat doe je door salat al-Fajr op tijd te verrichten (het ochtendgebed)).

وَهُوَ الَّذِي أَرْسَلَ الرِّيَاحَ بُشْرًا بَيْنَ يَدَيْ رَحْمَتِهِ ۚ وَأَنزَلْنَا مِنَ السَّمَاءِ مَاءً طَهُورًا

En Hij is het Die de winden als aankondiging van verheugende tijdingen, voor Zijn genade (uitgaand) en Wij sturen zuiver water uit de hemel, -

لِّنُحْيِيَ بِهِ بَلْدَةً مَّيْتًا وَنُسْقِيَهُ مِمَّا خَلَقْنَا أَنْعَامًا وَأَنَاسِيَّ كَثِيرًا

Om daarmee leven aan een dood land mogen geven en Wij geven daarvan het vele vee en de mensen te drinken die Wij geschapen hebben.

وَلَقَدْ صَرَّفْنَاهُ بَيْنَهُمْ لِيَذَّكَّرُوا فَأَبَىٰ أَكْثَرُ النَّاسِ إِلَّا كُفُورًا

En voorwaar, Wij hebben het (de regen) verdeeld onder hen zodat zij de gunst van Allah mogen gedenken, maar de meeste mensen weigeren en en zijn ondankbaar.

وَلَوْ شِئْنَا لَبَعَثْنَا فِي كُلِّ قَرْيَةٍ نَّذِيرًا

En als Wij het gewild hadden, hadden Wij in iedere stad een boodschapper doen opstaan.

فَلَا تُطِعِ الْكَافِرِينَ وَجَاهِدْهُم بِهِ جِهَادًا كَبِيرًا

Gehoorzaam de ongelovigen dus niet en ga daarmee (met de Koran) de uiterste strijd met hen aan.

وَهُوَ الَّذِي مَرَجَ الْبَحْرَيْنِ هَٰذَا عَذْبٌ فُرَاتٌ وَهَٰذَا مِلْحٌ أُجَاجٌ وَجَعَلَ بَيْنَهُمَا بَرْزَخًا وَحِجْرًا مَّحْجُورًا

En Hij is het Die de twee zeeën met elkaar heeft gemengd, de ene is zoet en de ander zout en Hij heeft een volledige afscheiding tussen hen geplaatst, en een barrière.

وَهُوَ الَّذِي خَلَقَ مِنَ الْمَاءِ بَشَرًا فَجَعَلَهُ نَسَبًا وَصِهْرًا ۗ وَكَانَ رَبُّكَ قَدِيرًا

En Hij is het Die de mens uit water heeft geschapen, en voor hem verwanten door het bloed heeft aangewezen, en verwanten door het huwelijk. En jullie Heer is Almachtig (om te doen wat Hij wil).

وَيَعْبُدُونَ مِن دُونِ اللَّهِ مَا لَا يَنفَعُهُمْ وَلَا يَضُرُّهُمْ ۗ وَكَانَ الْكَافِرُ عَلَىٰ رَبِّهِ ظَهِيرًا

En zij aanbidden naast Allah, datgene wat hen niet baat en hen niet schaadt, en de ongelovigen is altijd een helper (van Sheitan) tegen zijn Heer.

وَمَا أَرْسَلْنَاكَ إِلَّا مُبَشِّرًا وَنَذِيرًا

En Wij hebben jou gestuurd als drager van goed nieuws en als waarschuwer.

قُلْ مَا أَسْأَلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ إِلَّا مَن شَاءَ أَن يَتَّخِذَ إِلَىٰ رَبِّهِ سَبِيلًا

Zeg (o, Mohammed vrede zij met hem): “Ik vraag jullie niet om een beloning hiervoor behalve dan dat wie het wil het pad naar zijn Heer kan nemen.”

وَتَوَكَّلْ عَلَى الْحَيِّ الَّذِي لَا يَمُوتُ وَسَبِّحْ بِحَمْدِهِ ۚ وَكَفَىٰ بِهِ بِذُنُوبِ عِبَادِهِ خَبِيرًا

En leg je vertrouwen in de Levende, Die nooit sterft, en verheerlijk hem en Hij is voldoende als de Alwetende van de zonden van Zijn slaven.

الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ ثُمَّ اسْتَوَىٰ عَلَى الْعَرْشِ ۚ الرَّحْمَٰنُ فَاسْأَلْ بِهِ خَبِيرًا

degene die de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is in zes dagen heeft geschapen. Vervolgens verhief Hij zich boven de troon. De Barmhartige! Vraag Hem, want Hij is De Alwetende van alles.

وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ اسْجُدُوا لِلرَّحْمَٰنِ قَالُوا وَمَا الرَّحْمَٰنُ أَنَسْجُدُ لِمَا تَأْمُرُنَا وَزَادَهُمْ نُفُورًا

En als er tegen hen gezegd wordt: “Kniel neer voor de Barmhartige!" Zeggen zij: “En wie is de Barmhartige? Moeten wij neerknielen voor datgene waarvoor jij ons beveelt?” En het laat hen slechts in hun weerstand toenemen.

تَبَارَكَ الَّذِي جَعَلَ فِي السَّمَاءِ بُرُوجًا وَجَعَلَ فِيهَا سِرَاجًا وَقَمَرًا مُّنِيرًا

Gezegend is Hij Die in de hemel grote sterren geplaatst heeft, en daarin een grote lamp (de zon) geplaatst heeft en een maan die licht geeft.

وَهُوَ الَّذِي جَعَلَ اللَّيْلَ وَالنَّهَارَ خِلْفَةً لِّمَنْ أَرَادَ أَن يَذَّكَّرَ أَوْ أَرَادَ شُكُورًا

En Hij is het Die de nacht en de dag in elkaars opvolging heeft geplaatst, voor degenen die wensen te gedenken of die hun dankbaarheid wensen te tonen.

وَعِبَادُ الرَّحْمَٰنِ الَّذِينَ يَمْشُونَ عَلَى الْأَرْضِ هَوْنًا وَإِذَا خَاطَبَهُمُ الْجَاهِلُونَ قَالُوا سَلَامًا

En de slaven van de Barmhartige zijn degenen die nederig en kalm over de aarde lopen, en als de onwetenden hen aanspreken antwoorden zij met "Salaam" (met milde woorden of vriendelijkheid).

وَالَّذِينَ يَبِيتُونَ لِرَبِّهِمْ سُجَّدًا وَقِيَامًا

En degenen die de nacht voor hun Heer knielend en staand doorbrengen

وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا اصْرِفْ عَنَّا عَذَابَ جَهَنَّمَ ۖ إِنَّ عَذَابَهَا كَانَ غَرَامًا

En degenen die zeggen: “Onze Heer! Behoed ons van de bestraffing van de hel.” Waarlijk! Haar bestraffing is altijd een ondeelbare, voortdurende bestraffing.

إِنَّهَا سَاءَتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا

Slecht is het, zeker als een verblijfplaats en als een plaats om te wonen.

وَالَّذِينَ إِذَا أَنفَقُوا لَمْ يُسْرِفُوا وَلَمْ يَقْتُرُوا وَكَانَ بَيْنَ ذَٰلِكَ قَوَامًا

En degenen die als zij geld uit geven noch uitbundig noch gierig zijn, maar het midden houden tussen deze twee.

وَالَّذِينَ لَا يَدْعُونَ مَعَ اللَّهِ إِلَٰهًا آخَرَ وَلَا يَقْتُلُونَ النَّفْسَ الَّتِي حَرَّمَ اللَّهُ إِلَّا بِالْحَقِّ وَلَا يَزْنُونَ ۚ وَمَن يَفْعَلْ ذَٰلِكَ يَلْقَ أَثَامًا

En degenen die geen andere god naast Allah aanroepen, noch dat leven doden wat Allah verboden heeft, behalve voor een gerechtelijke zaak, noch ontucht begaan – en iedereen die dit doet zal een bestraffing ontvangen!

يُضَاعَفْ لَهُ الْعَذَابُ يَوْمَ الْقِيَامَةِ وَيَخْلُدْ فِيهِ مُهَانًا

De bestraffing zal voor hem op de Dag der Opstanding verdubbeld worden en hij zal daarin met schande verblijven.

إِلَّا مَن تَابَ وَآمَنَ وَعَمِلَ عَمَلًا صَالِحًا فَأُولَٰئِكَ يُبَدِّلُ اللَّهُ سَيِّئَاتِهِمْ حَسَنَاتٍ ۗ وَكَانَ اللَّهُ غَفُورًا رَّحِيمًا

Behalve degenen die berouw toont en geloven en goede daden verrichten voor die (mensen) zal Allah hun zonden in goede daden veranderen (daarom is het uitstellen van berouw na elke zonden de eigenschap van de onrechtplegers) en Allah is vergevingsgezind, meest Barmhartig.

وَمَن تَابَ وَعَمِلَ صَالِحًا فَإِنَّهُ يَتُوبُ إِلَى اللَّهِ مَتَابًا

En iedereen die berouw heeft en goede daden verricht, dan waarlijk, hij vertoont met oprechte spijt berouw aan Allah.

وَالَّذِينَ لَا يَشْهَدُونَ الزُّورَ وَإِذَا مَرُّوا بِاللَّغْوِ مَرُّوا كِرَامًا

En degenen die geen valse getuigenissen afleggen en als zij voorbij mensen gaan die zich schuldig maken aan nutteloos gepraat (roddelen, muziek, liegen ect) dan lopen zij edelmoedig door.

وَالَّذِينَ إِذَا ذُكِّرُوا بِآيَاتِ رَبِّهِمْ لَمْ يَخِرُّوا عَلَيْهَا صُمًّا وَعُمْيَانًا

En degenen die, als zij aan de tekenen van hun Heer herinnerd worden, zich daartegenover niet doof of blind opstellen.

وَالَّذِينَ يَقُولُونَ رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ أَزْوَاجِنَا وَذُرِّيَّاتِنَا قُرَّةَ أَعْيُنٍ وَاجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِينَ إِمَامًا

En degenen die zeggen: “Onze Heer! Schenk ons van onze vrouwen en ons nageslacht een verkoeling voor onze ogen zijn en maak ons leiders van de godvrezenden.”

أُولَٰئِكَ يُجْزَوْنَ الْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوا وَيُلَقَّوْنَ فِيهَا تَحِيَّةً وَسَلَامًا

Degenen die met de hoogste plaats door hun geduld beloond zullen worden. Daarin zullen zij met groeten en woorden van vrede ontvangen worden.

خَالِدِينَ فِيهَا ۚ حَسُنَتْ مُسْتَقَرًّا وَمُقَامًا

Daarin verblijvend – uitmuntend is het als verblijfplaats, als plaats om te wonen.

قُلْ مَا يَعْبَأُ بِكُمْ رَبِّي لَوْلَا دُعَاؤُكُمْ ۖ فَقَدْ كَذَّبْتُمْ فَسَوْفَ يَكُونُ لِزَامًا

Zeg (o Mohammed vrede zij met hem): "Wat zal mijn Heer met jullie doen, als jullie hem niet zouden aanroepen? Voorzeker, jullie hebben hem verloochend. Daarom zal de bestraffing spoedig worden opgelegd."