Surah الفُرۡقَانِ (Al-Faatiha) - Ayah 28

Periode: Mekkaans

25:28

يَا وَيْلَتَىٰ لَيْتَنِي لَمْ أَتَّخِذْ فُلَانًا خَلِيلًا

Ah! Wee mij! Had ik die-en-die maar niet tot vriend genomen 1.

1 Hierom leert de profeet, vrede zij met hem, ons dat de moslim de mensen die God vrezen als vrienden neemt, zie hoofdstuk 18, vers 28.