Surah الفُرۡقَانِ (Al-Faatiha) - Ayah 29

Periode: Mekkaans

25:29

لَّقَدْ أَضَلَّنِي عَنِ الذِّكْرِ بَعْدَ إِذْ جَاءَنِي ۗ وَكَانَ الشَّيْطَانُ لِلْإِنسَانِ خَذُولًا

Hij heeft mij zeker laten afdwalen van de vermaning (de Islam) nadat deze tot mij gekomen is. En de Sheitan laat altijd degenen in het uur van de nood in de steek.”