Surah الشُّعَرَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 158

Periode: Mekkaans

26:158

فَأَخَذَهُمُ الْعَذَابُ ۗ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ

Dus de bestraffing kwam over hen. Waarlijk, hierin is zeker een teken maar de meesten van hen waren geen gelovigen.