Surah الشُّعَرَاءِ (Al-Faatiha) - Ayah 173

Periode: Mekkaans

26:173

وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِم مَّطَرًا ۖ فَسَاءَ مَطَرُ الْمُنذَرِينَ

En Wij lieten op hen een regen vallen (van stenen). En hoe kwaad was de regen van degenen die gewaarschuwd waren.