Surah النَّمۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 43

Periode: Mekkaans

27:43

وَصَدَّهَا مَا كَانَت تَّعْبُدُ مِن دُونِ اللَّهِ ۖ إِنَّهَا كَانَتْ مِن قَوْمٍ كَافِرِينَ

En dat wat zij gewend was naast Allah te aanbeden heeft haar weerhouden (van de islam, want alle profeten waren moslims), want zij was van het ongelovige volk.