Surah النَّمۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 51

Periode: Mekkaans

27:51

فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ مَكْرِهِمْ أَنَّا دَمَّرْنَاهُمْ وَقَوْمَهُمْ أَجْمَعِينَ

Zie dan hoe het einde van hun list was! Waarlijk! Wij hebben hen vernietigen en hun volk, allen tezamen.