Surah النَّمۡلِ (Al-Faatiha) - Ayah 57

Periode: Mekkaans

27:57

فَأَنجَيْنَاهُ وَأَهْلَهُ إِلَّا امْرَأَتَهُ قَدَّرْنَاهَا مِنَ الْغَابِرِينَ

Dus redden Wij hem en zijn familie behalve zijn vrouw. Wij bepaalden dat zij één van degenen moest zijn die achterbleven.