Surah القَصَصِ (Al-Faatiha) - Ayah 21

Periode: Mekkaans

28:21

فَخَرَجَ مِنْهَا خَائِفًا يَتَرَقَّبُ ۖ قَالَ رَبِّ نَجِّنِي مِنَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ

Dus vertrok hij daar vandaan, in een angstige toestand rondkijkend. Hij zei: “Mijn Heer! Red mij van het volk dat onrechtvaardig is!”