Surah القَصَصِ (Al-Faatiha) - Ayah 33

Periode: Mekkaans

28:33

قَالَ رَبِّ إِنِّي قَتَلْتُ مِنْهُمْ نَفْسًا فَأَخَافُ أَن يَقْتُلُونِ

Hij Moesa zei: “Mijn Heer! Ik heb een man van hen gedood, dus ik ben bang dat zij mij zullen doden.