Surah القَصَصِ (Al-Faatiha) - Ayah 36

Periode: Mekkaans

28:36

فَلَمَّا جَاءَهُم مُّوسَىٰ بِآيَاتِنَا بَيِّنَاتٍ قَالُوا مَا هَٰذَا إِلَّا سِحْرٌ مُّفْتَرًى وَمَا سَمِعْنَا بِهَٰذَا فِي آبَائِنَا الْأَوَّلِينَ

Toen Moesa tot hen kwam met Onze duidelijke tekenen zeiden zij: “Dit is niets anders dan bedachte toverkunsten. Hier hebben wij van onze voorvaderen nog nooit van gehoord.”