Surah آلِ عِمۡرَانَ (Al-Faatiha) - Ayah 171

Periode: Medinees

3:171

يَسْتَبْشِرُونَ بِنِعْمَةٍ مِّنَ اللَّهِ وَفَضْلٍ وَأَنَّ اللَّهَ لَا يُضِيعُ أَجْرَ الْمُؤْمِنِينَ

Zij verheugen zich in de gratie en de overvloed van Allah en dat Allah niet de beloning voor de gelovigen verspilt.