Surah الرُّومِ (Al-Faatiha) - Ayah 7

Periode: Mekkaans

30:7

يَعْلَمُونَ ظَاهِرًا مِّنَ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَهُمْ عَنِ الْآخِرَةِ هُمْ غَافِلُونَ

Zij 1 kennen slechts de uiterlijke schijn van het leven van de wereld en zij zijn achteloos voor het hiernamaals.

1 de hoofdeigenschap van de ongelovigen.