Surah لُقۡمَانَ (Al-Faatiha) - Ayah 7

Periode: Mekkaans

31:7

وَإِذَا تُتْلَىٰ عَلَيْهِ آيَاتُنَا وَلَّىٰ مُسْتَكْبِرًا كَأَن لَّمْ يَسْمَعْهَا كَأَنَّ فِي أُذُنَيْهِ وَقْرًا ۖ فَبَشِّرْهُ بِعَذَابٍ أَلِيمٍ

En als Onze verzen aan zo iemand gereciteerd wordt, keert hij zich trots af, alsof hij ze niet hoort, alsof er doofheid in zijn oor is. Verkondig dus aan hem een pijnlijke bestraffing 1.

1 Omdat de dwaling van Iblies niet samengaat met de leiding van Allah ﷻ daarom moeten wij dat nooit mengen,bijvoorbeeld: muziek en de Koran gaan nooit samen.